Is het hormoon insuline slecht en een dikmaker?
Insuline wordt vaak ten onrechte bekritiseerd. Dit hormoon speelt een cruciale rol in ons lichaam, en de negatieve perceptie ervan berust vaak op misverstanden. In dit artikel bespreken we de wetenschappelijke achtergrond van insuline en weerleggen we enkele veelvoorkomende misvattingen om insuline in een positief daglicht te plaatsen.
Wat is insuline en wat doet het?
Insuline is een hormoon dat door de bètacellen in de alvleesklier wordt geproduceerd. Deze cellen bevinden zich in de eilandjes van Langerhans, die slechts een klein deel van de alvleesklier uitmaken. Insuline is essentieel voor het reguleren van de glucosewaarden in ons bloed. Zowel te hoge als te lage glucosewaarden kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken.
Hyperglycemie, of een te hoge bloedsuikerspiegel, kan op termijn schade aan bloedvaten veroorzaken. Hypoglycemie, of een te lage bloedsuikerspiegel, leidt tot acute symptomen zoals hoofdpijn, zweten, beven en concentratieproblemen. Bij een gezond persoon blijven de glucosewaarden in het bloed binnen normale referentiewaarden.
Na het eten van koolhydraten stijgt de bloedglucosespiegel. De alvleesklier reageert hierop door insuline af te geven, wat helpt om de glucose op te nemen en het bloedglucosegehalte te verlagen. Deze regulatie gebeurt in twee fasen: een snelle, kortdurende piek en een langzamere, langdurige fase. Zodra het bloedglucosegehalte weer daalt, neemt ook de insulineafgifte af.
Hoe werkt insuline en wat zijn de belangrijkste taken?
Laten we dieper ingaan op de wetenschappelijke werking van insuline. Het grootste deel van de alvleesklier is betrokken bij voedselmetabolisme, terwijl slechts een klein percentage insuline en andere hormonen produceert. Insuline wordt in de bètacellen gesynthetiseerd en afgegeven als reactie op verhoogde bloedglucosewaarden. Dit gebeurt via een complex proces van glucosemetabolisme en signalering, waarbij onder andere de citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering een rol spelen.
Insuline en de lever
In de lever bindt insuline aan TKR-receptoren, waardoor de PI3K/AKT-signaalroute wordt geactiveerd. Dit zorgt voor de omzetting van glucose naar glycogeen en ATP, en remt de afbraak van glycogeen. Insuline helpt zo om het bloedglucosegehalte na een maaltijd te verlagen.
Insuline en de opname van glucose en aminozuren in de spieren
In spiercellen activeert insuline GLUT-4-transporters, die glucose uit het bloed naar de cellen transporteren. Dit proces wordt versterkt door fysieke activiteit. Insuline stimuleert ook de opname van aminozuren in de spieren en bevordert de eiwitsynthese.
Insuline en de opslag van vet
In vetcellen bevordert insuline de omzetting van glucose naar triglyceriden en remt het de afbraak van vetten. Hoewel dit bijdraagt aan vetopslag na een maaltijd, is het belangrijk te beseffen dat dit slechts een onderdeel is van de bredere rol van insuline in het metabolisme.
Waarom heeft insuline een slechte reputatie?
Veel kritiek op insuline is gebaseerd op een onvolledig begrip van zijn functies. Insuline wordt vaak ten onrechte gezien als de boosdoener bij gewichtstoename en honger. De koolhydraat-insuline hypothese, die koolhydraten en insuline aanwijst als oorzaken van overgewicht, is niet onderbouwd door wetenschappelijk bewijs.
Insuline piekt na een maaltijd, wat een gezonde reactie is om glucose effectief te verwerken. Eiwitrijke voedingsmiddelen, zoals zuivel, veroorzaken ook insulinepieken, maar worden vaak als gezond beschouwd vanwege hun gunstige effecten op lichaamscompositie en gewichtsverlies.
Krijg je van insulinepieken honger?
Het tegenovergestelde is waar. Insuline draagt bij aan verzadiging door de voedselinname via het centraal zenuwstelsel te onderdrukken. Studies tonen aan dat insuline na een maaltijd de eetlust vermindert en de aantrekkelijkheid van snacks verlaagt.
Het samenspel tussen insuline en amyline bij het stabiliseren van de bloedglucose
Amyline, dat samen met insuline wordt afgegeven, helpt ook bij het reguleren van de bloedglucose. Het remt de maaglediging en glucagonafgifte, en bevordert verzadiging. Bij mensen met diabetes type 1 en 2 is de aanmaak van amyline verminderd, wat bijdraagt aan de complicaties van deze ziekte.
Conclusie: insuline is geen dikmaker, maar verdient de lof die het toekomt**
Insuline speelt een vitale rol in ons metabolisme. De kritiek die het vaak krijgt, is gebaseerd op misvattingen en een onvolledig beeld van zijn functies. Insuline helpt niet alleen bij de vetopslag na een maaltijd, maar vervult ook essentiële taken in de regulatie van glucose en andere voedingsstoffen. Insuline verdient daarom waardering voor zijn cruciale bijdrage aan onze gezondheid.
Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen, neem dan even contact met ons op. Wil je meteen een afspraak inplannen, klik dan hier.